„Witte Ernz“, antwoordt ze. Ik denk hardop en vraag me af wie deze “Ernz” dan is. Op dat moment komt een man op een fiets langs. Hij lacht. Ik vraag hem waarom hij lacht. Hij komt bij ons zitten.
„ Ernz is niet de naam van een persoon, hoor“, legt hij uit. „Lang geleden noemden de mensen een rivier Ar. Met verloop van tijd is deze naam wat veranderd. Ar werd Ernz.“
Mia en ik kijken een beetje ongelovig. We willen meer weten en vuren allemaal vragen op de man af. „Waar komt de rivier vandaan?“, vraagt Mia. De man denkt kort na en vraagt dan: „Waar komen jullie vandaan?“
„Koedingen“, antwoorden we. De man vertelt dat de rivier van veel verder weg komt dan wij. Later mondt hij uit in een grotere rivier. Die rivier heet de Sauer. Van zijn bron in het Grünewald tot aan de Sauer zijn het meer dan 30 km. Ik ben onder de indruk. Dat is best wel ver.
„De Witte Ernz is de helft van een tweeling“, vertelt de man. Mia kijkt verbaasd.
„Die man is wel een beetje knetter“, fluistert ze mij in het oor.
Hij lacht hard. „Jawel hoor!“, zegt hij, „De tweelingrivier van de Witte Ernz is de Zwarte Ernz. Zij ontspringen bij dezelfde bron. En dan scheiden hun wegen zich. Pas kilometers verderop komen zij weer samen in de Sauer“.
Mia heeft nog een vraag: „Hoezo heet de rivier Witte Ernz?“
„Goede vraag.“, denk ik. Water is toch eigenlijk blauw. Maar opeens heeft het water een witte glans. Ik wrijf in mijn ogen. En ik kijk naar de hemel. Het licht van de zon wordt weerkaatst door het water.
„Ik weet het antwoord!“, roep ik.